Een tussendoortje. Maar niet zo maar één. Meer dan een doordenker!
Bron: Jan Willem den Hollander, MarketingFacts. 22 oktober 2021
Waarom je altijd een boekje bij je moet hebben als je een break neemt. Die momenten, waarvan je niet weet hoe ze komen. Wat je wel zeker weet is dat je opeens een geweldig idee hebt. Een idee waarvan je denkt: ‘Hoe ben ik hier nooit eerder op gekomen?’ Een idee die je bedrijf misschien weleens voorwaarts kan helpen. Waar komen die ideeën opeens vandaan en waarom kan je deze niet gewoon op commando oproepen? Iedereen, jij en ik, hebben wel eens van deze momenten. Waarschijnlijk als je in de auto zit, een stukje aan het fietsen bent of de laatste van Shania Twain of Taylor Swift onder de douche aan het zingen bent.
Hoe kan het nu dat deze geweldige ideeën altijd komen op dit soort rare momenten? Iets met creativiteit en je hersenen kan ik je vertellen.
Misschien ken je hem wel, dat quadrant van Maslow waarin hij je laat zien hoe je van onbewust onbekwaam, naar onbewust bekwaam gaat.
Hij gaat zo;
- Onbewust onbekwaam: Je weet eigenlijk niet eens dat je wat fout doet
- Bewust onbekwaam: Je bent jezelf bewust wat er fout gaat
- Bewust bekwaam: Je gaat heel erg bewust alles op de juiste manier doen
- Onbewust bekwaam: Je doet onbewust de juiste dingen
Ik gebruik dit quadrant met grote regelmaat bij het coachen.
Het quadrant in growth hacking.
Dit quadrant geldt ook voor de wereld van groei en dan met name in de growth hacking. Hij gaat alleen andersom. Je moet eerst ondervinden ‘wat je niet weet dat je niet weet’ om er vervolgens werk van te maken.
Het quadrant hieronder is geopperd door Donald Rumsfeld, oud USA minister van defensie.
Een quote van hem is onbewust in de wereld van de growth hackers terechtgekomen. Waarom onbewust? Heel simpel, in de tijd dat hij deze uitspraak deed, was growth hacking nog niet bekend.
Ik ga dus voor het onbewuste…
“There are known knowns; these are things we know that we know. There are known unknowns; that is to say there are things we know we don’t know. But there are also unknown unknowns; these are things we don’t know, we don’t know.”
Mocht je net als ik de draad even kwijt zijn als je deze voor de eerste keer leest.
Het ziet er ongeveer zo uit;
- Dingen die we weten dat we ze weten;
-
- Dit zijn feiten die je kan checken of ze waarheid vertonen d.m.v. data
- Dingen waarvan we weten dat we ze niet weten
-
- Dit zijn vragen die je kan automatiseren om achter te komen
- Dingen waarvan we niet weten dat we ze weten
-
- Dit is pure intuïtie en zeer effectief als je erachter kan komen zodat je het kan verbeteren
- Dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten
-
- Dit is de onderzoekende fase waar je volgens Rumsfeld de oneerlijke voorsprong op je concurrenten behaalt
Geweldige ideeën, zodra je bepaalde centra in je hersenen rust geeft.
Maar hoe spreken we die ‘dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten’ aan? Dat brengt me op een zeer interessant onderwerp beschreven door Daniël Kahneman. In zijn boek Thinking fast and slow (of in het Nederlands ‘Onsfeilbare denken’) beschrijft hij perfect het fenomeen ‘eerste en tweede brein/systeem’. Een metafoor welke vertelt over de creatieve mogelijkheden die wij als mens hebben en aan kunnen spreken, mits we ons tweede ‘rationele’ systeem even uitschakelen.
Het komt er kort gezegd op neer dat als je stress hebt, je dit systeem, je creatieve brein, nooit aan gaat spreken. Wanneer kom je dus op geweldige ideeën, waarvan je niet wist dat je ze niet wist? Heel simpel: op momenten dat je bepaalde centra in jouw hersenen rust geeft. Dit doe je bijvoorbeeld door het maken van een wandeling, een lange rit te maken in de auto of op de motor, even sporten of spelen met je kinderen, etc..
Ikzelf ervaar het sinds enkele jaren vooral op de motor. Altijd een boekje bij je hebben dus de volgende keer. Ook als je er even kort tussenuit knijpt of gaat wandelen.